
De organisaties vallen nu onder drie verschillende entiteiten: het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, het Departement Zorg en het agentschap Opgroeien. Sommige focussen op één specifieke aandoening, zoals de MS Liga, terwijl andere breder werken op Vlaams of provinciaal niveau.
Een ongezonde manier van werken
Dillen wijst erop dat er vaak onduidelijkheid is over wie welke taken opneemt en welke doelgroepen precies bereikt worden. “Maar van een aantal organisaties zijn geen gegevens over hun bereik beschikbaar. Dat is al meteen een knelpunt.”
Toch ziet hij mogelijkheden om de structuren te vereenvoudigen. “Hebben we echt zes apart gefinancierde verenigingen nodig die allemaal rond mantelzorg werken in Vlaanderen? Kunnen organisaties zoals Dito, Kannet en FOVIG dichter naar elkaar toegroeien en eventueel de krachten bundelen? Dat zijn zaken die we moeten durven onderzoeken”, besluit Dillen.